Kies je tuinverlichting
Ben je op zoek naar tuinverlichting, maar weet je niet precies welke onderdelen je nodig hebt of welke mogelijkheden er zijn? In drie simpele stappen maak je zelf een lichtplan voor je tuin. Hieronder lees je wat je allemaal moet doen.
Stap 1. Kies je tuinlampen
Als eerste kies je de verlichting die je wil hebben in je tuin. Je hebt dan de keuze uit de volgende soorten tuinverlichting:
- Grondspots
- Staande lampen
- Spots
- Wandlampen
- Vijverlampen
- Hanglampen
- Tafellampen
Het is dus mogelijk om meerdere tuinlampen te kiezen. Afhankelijk van de lichtbron (LED-verlichting of een halogeenlamp), kan het het aantal Watt per lamp anders zijn. Je telt het Wattage van de (diverse) lampen bij elkaar op, zoals in het voorbeeld dat bij stap 2 wordt uitgelegd.
Stap 2. Kies de juiste transformator
Afhankelijk van het Wattage van de door jou gekozen tuinlampen, kan je daarbij een transformator kiezen. Bijvoorbeeld:
Hierboven zie diverse voorbeelden van tuinlampen met daarbij het aantal Watt per lamp vermeld. Stel, je wil 4 grondspots, 4 staande lampen en 2 wandlampen. Je berekent dan het Wattage als volgt:
- 4 x 2 Watt = 8 Watt
- 4 x 1 Watt = 4 Watt
- 2 x 2 Watt = 4 Watt
Je telt het aantal Watt op: 8 + 4 + 4 = 16 Watt. Een transformator van 21 Watt is in dit geval dus genoeg voor je tuinverlichting. Let er wel op dat je er rekening mee houdt dat je dit niet te krap berekent. Bij een precies Wattage van 21 Watt, kun je beter een transformator van 60 Watt kiezen in plaats van de transformator van 21 Watt.
Stap 3. Kies de juiste bekabeling
Als derde kies je de bekabeling. Het is aan te raden als je een 21 Watt of 60 Watt nodig hebt, je begint met een hoofdkabel van 10 meter en eventueel een 6 meter verlengkabel of met een kabelverdeler. Als je een 150 of 300 Watt transformator nodig hebt, adviseren we je om met een 15 meter hoofdkabel te beginnen met eventueel een 10 meter verlengkabel of kabelverdeler.
Het aantal verlengkabels is afhankelijk van de plaats in de tuin waar de lampen moeten komen. De lampen worden standaard geleverd met een 2 meter kabel en wandlampen met 3 meter kabel. Hiervoor kan je het beste eerst een lichtplan opstellen. Dit is een plan waarin je vastlegd waar in de tuin je welke tuinlamp wil plaatsen. Hieronder wordt er voorbeeld gegeven.
Lichtplan:
Zodra je de lampen hebt gekozen en je weet welke lampen je waar wil plaatsen, dan kan je berekenen welke afstanden je moet overbruggen om de lampen aan elkaar (en de transformator) te verbinden. Je maakt daarvoor een plattegrond en nummert hierin welke lamp je waar wil plaatsen, zoals hieronder wordt afgebeeld.
Hieronder zie je nogmaals de plattegrond van hierboven, maar nu ook met de juiste bekabeling. Je ziet dat er op de transformator van 60 Watt een kabelverdeler is aangesloten. Vervolgens is er een 6 meter verlengkabel naar één tuinlamp en een hoofdkabel van 10 meter met vier aansluitingen. Deze hoofdkabel wordt nog een keer verlengd met een 6 meter verlengkabel en daarop aangesloten zit nogmaals een hoofdkabel van 10 meter met vier aansluitingen.
Op de transformator van 150 Watt zie je dat er ook een kabelverdeler is aangesloten. Hierop zijn twee hoofdkabels van 15 meter met zes aansluitingen aangesloten. Aan de linkerkant wordt de 15 meter hoofdkabel met twee hoofdkabels van 10 meter verlengd. Aan de rechterkant is er op de hoofdkabel van 15 meter nog een hoofdkabel van 15 meter aangesloten.
Heb je na het lezen van deze uitleg nog vragen? Stuur ons dan gerust je vraag.